Enschede-Losser

Achtergrond

China is het land van botanische rozen. De Chinezen waren al in de 10e eeuw bezig met kruisingen. Die kruisingen bloeiden eenmalig. Maar er trad een evolutie op bij sommige rozen. Er ontstond een mutatie. Vier rozen kregen een doorbloeifactor, zodat ze aan één stuk doorbloeiden tijdens de zomer. Er waren destijds voor zover bekend slechts een paar die deze mutatie hadden, maar alle moderne doorbloeiende rozen hebben de genen van deze rozen. De grenzen van China waren voor westerlingen gesloten tot eind 1700 begin 1800. Maar natuurlijk waren er al “plantenjagers” die kans zagen stiekem China binnen te komen en ongetwijfeld deze rozen ook vonden. Ambassades hielpen ijverig mee ze naar Europa te verschepen. Zo kwam Slater’s Crimson China (geimporteerd door mijnheer Slater) omstreeks 1750 al in het westen aan.



Fa Tea en VOC

Toen de grenzen opengingen bleek er in de buurt van Kanton een populaire supermarkt te bestaan van planten. Deze supermarkt heette Fa Tea. De Chinezen kochten daar hun planten om mee naar huis te nemen. Als ze waren uitgebloeid, gingen ze naar de vuilnis en vervangen door nieuwe planten van Fa Tea. Er was een aparte afdeling met rozen. Daar mochten ook westerlingen kopen. Maar de Chinezen bewaakten hun planten goed. Westerlingen mochten maar drie dagen per maand aankopen doen, tegen een entree van $8 per dag. Bij Fa Tea werden de vier doorbloeiende rozen gevonden. Ze gingen per schip via Kaap de Goede Hoop naar Engeland via een transfer in Nederland (VOC). Ze stonden in containers in een soort klei die erg slecht was voor de rozen en heel veel overleefden de reis dan ook niet. Aan de Chinezen werd al snel duidelijk gemaakt dat er betere grond moest komen en toen ging het beter.
 

“De vier”

De eerste die in Engeland arriveerde was dus Slater’s Crimson China. Meestal wordt het jaar 1792 genomen als datum van binnenkomst. Zeker is, dat het één van de oudste rozen is, die werd gebruikt voor cultivatie. In China beweerde men dat de roos al zo'n 1000 jaar oud was. Deze roos kon 1m.25  hoog worden. Ze bloeide eerst roze en dan rood, had een sterke geur en bloeide inderdaad de hele zomer door. Samen met Old Blush is ze de belangrijkste roos geweest voor het verspreiden van de doorbloeifactor.  Een rozenkweker in België kan de roos nog leveren.

Parson's Pink China Old Blush kwam aan in Engeland in 1793.  DNA onderzoek wees uit dat ze onder andere Slater’s Crimson China als ouder heeft. Old Blush is de belangrijkste van de vier geworden. Ontelbare keren gekruist met alle mogelijke rozensoorten, om maar die doorbloeifactor te krijgen. Het is een struik van 70 cm. hoog. Ze heeft dunne takken en een middengroene bladkleur. Ze heeft losse, dubbele roze bloemen en soms oranje bottels. Na de winter begint ze in koude klimaten als één van de eerste te bloeien en gaat door tot diep in de herfst. Niemand weet wanneer en hoe de klimvorm is ontstaan. Maar het is een goede klimmer die 5 m. hoog kan worden. Alleen haar roze bloemen zijn groter, verder is ze precies Old Blush.

Daarnaast heeft ze voor iets bijzonders gezorgd, namelijk Rosa Viridiflora. Deze roos stamt uit 1845 en is een sport. Ze heeft namelijk groene gevulde bloemen die, als ze wat ouder worden, bovenaan licht koper kleuren. Ook blijven de bloemen aan de struik zitten. Men heeft er dus in de tuin lang plezier van. Ze worden in bloemstukken gebruikt en staan ook lang op een vaas. Verder lijkt ze ook precies op Old Blush.Hume's Blush Tea scented China kwam iets later, in 1809. Ze werd geïmporteerd door mijnheer Hume en was al spoedig te zien in een kwekerij in Engeland. De afstamming is een beetje een vraagteken. Onder andere Rosa Gigantea (die alleen in warme landen kan leven) was van invloed, zegt men. Maar ze behoort tot “de vier” en is doorbloeiend. Met haar zijn ook veel kruisingen gedaan. In 1810, ondanks oorlog tussen Frankrijk en Engeland, ging ze toch van Engeland naar Frankrijk, dankzij speciale arrangementen tussen de admiraliteiten van beide landen. Ze arriveerde in de tuinen van Malmaison (bij Parijs) van keizerin Josephine. Helaas is ook deze roos verloren gegaan.

Park's Yellow Tea scented China arriveerde als laatste van de vier in 1824 in Engeland, geïmporteerd door mijnheer Park. Deze roos heeft grote gele bloemen en heldergroene bladeren. In 1825 ging ook zij naar Frankrijk waar ze als noviteit zeer in trek was. Zij is ook veel gebruikt voor kruisingen, mede door haar gele kleur en de doorbloeifactor. Ook hier is sprake van invloed van Rosa Gigantea. Men heeft lange tijd gedacht dat ze ook was uitgestorven, maar ze werd in 1990 weer aangetroffen.


“Vijf”

Als toegift nog een Chinese roos die dus niet bij de vier hoort maar wel doorbloeiend is, namelijk Rosa Mutabilis, ook wel vlinderroos genoemd.

Zij dook op in Italië, in 1900.Waar ze van afstamt, is niet bekend. De tuinman van Prins Borromeo, die aan het Lago Maggiore woonde, kreeg haar in zijn bezit. De prins noemde haar Tipo Ideale, maar ze had geen officiële naam. Zijn tuinman, Henri Correvon genaamd, noemde haar echter Mutabilis. Pas in 1933 kwam ze op de markt. Het is een slanke, robuuste struik die altijd bloeit en een meter groot wordt in ons klimaat. Haar bloemblaadjes lijken wat los te zitten en bewegen zich in de wind. Het lijken dan net vlinders. De bloemen veranderen van kleur, naarmate de bloei vordert. Eerst oranje-achtig, via zacht geelachtig naar koperroze en dan naar rood koper.De besproken rozen –voor zover verkrijgbaar- zijn zeer gevoelig voor vorst. Ze moeten een warm plaatsje hebben in de winter bijvoorbeeld in een broeikas, of lekker warm ingepakt in de tuin.

 

Tot slot

Deze rozen zijn zo belangrijk geweest voor de ontwikkeling van rozen, dat ze ruim aandacht verdienen. Een laatste opmerking. Parson's Pink China (Old Blush) is verkrijgbaar in struikvorm en als klimroos, evenals Mutabilis. De anderen: helaas!