Ede

10 puntenplan Groei & Bloei

In 2022 bestond Groei & Bloei 150 jaar. Een feestelijk jaar voor een terugblik op 150 jaar tuinieren, maar ook om uit te kijken naar het tuinieren van de toekomst. Daarbij is het klimaat meer dan ooit een belangrijke waarde. Alle tuinen van Nederland vormen samen één grote groene oase en daarmee kan iedere tuinier een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. 
Het Groei & Bloei Tienpuntenplan biedt een leidraad voor enthousiaste tuiniers om klimaatvriendelijk te tuinieren. 
Kijk hier op de landelijke site van Groei & Bloei voor het plan.

1. De bodem is de basis

Schimmels, bacteriën en bodemdiertjes zorgen voor een gezonde bodem. Planten krijgen daarin een goede start en zijn weerbaarder tegen ziektes.
Koester de bodem. Knip planten in het najaar niet af, maar laat ze staan tot het voorjaar. Laat ook afgevallen blad zoveel mogelijk liggen (maar niet in de vijver of op het gazon) zodat het rustig kan verteren.

Bodemtest

De bodem in jouw tuin is een belangrijke factor bij het bepalen welke planten zich in jouw tuin thuis voelen. Je kunt de grond eenvoudig testen en nagaan op welke manier je de grond kunt verbeteren. Er zijn in de handel testjes te verkrijgen die meteen uitslag geven of je kunt een monster opsturen naar Wageningen. Standaard is de grond in Ede zandgrond, behalve in het binnenveld en andere meer agrarische omgeving. Zandgrond is arme grond. Als een tuin lang gebruikt is als siertuin of moestuin, dan zal de grond zeker minder 'zanderig' zijn door jarenlange cultivering. Klimaatvriendelijk is het om planten te kiezen bij de bestaande grond in de tuin en juist niet de tuingrond aan te passen aan de planten die jouw voorkeur hebben.

Mulchen

Door het afdekken van de grond met organisch materiaal droogt de bodem minder snel uit en het organisch materiaal zal langzaam verteren en de grond voeden met voedingsstoffen en het humusgehalte verbeteren. Er zijn veel verschillende soorten organisch materiaal die je kunt gebruiken als mulch. Het afdekken (mulchen) kan met compost, blad, houtsnippers, paardenmest of stro. Afhankelijk van de planten die er in de grond staan en de bodemkwaliteit zullen uitmaken of de pH graag hetzelfde blijft of door de mulchlaag verandert.

2. Maak je eigen compost

In de natuur worden alle afgevallen bladeren en plantenresten gerecycled. Dit kun je ook in je eigen tuin doen door het tuinafval te composteren.

Composteren

Er zijn diverse manieren om te composteren, sommige zijn bewerkelijk, andere kun je aan 'de natuur' overlaten. Zelf kleinschalig compost maken op een balkon is zelfs mogelijk. Een goede composthoop stinkt overigens niet. Buren denken dat nog wel eens.
Uitgebreide informatie over composteren is op onze site te vinden onder Groeninfo, zie hier.

3. Zorg voor minder tegels in de tuin

Tegel eruit, Plant erin! Groen zorgt voor een natuurlijke waterafvoer en tempert de temperatuur in de stad. Insecten, vogels en kleine dieren vinden weer een leefgebied, het bodemleven wordt beter en mensen voelen zich prettiger en gezonder.

Vaste planten

Vaste planten in de tuin vragen vaak weinig onderhoud en zijn aantrekkelijk voor bijen, vlinders en andere insecten. Met foto's, tips voor verzorging én tips voor leuke combinaties met andere planten! Want als je eenmaal de smaak te pakken hebt, wil je natuurlijk nog veel meer planten in je tuin!
Het klimaatvriendelijke aan vaste planten mag duidelijk zijn. Elk jaar nieuwe plantjes kopen bij het tuincentrum lijkt leuk, maar in feite is dit klimaatonvriendelijk. Je gooit geld over de balk en verhoogt de CO2 concentratie in de lucht. Tegels zijn slechte afvoerders van regenwater, regen op plantjes en aarde zorgt voor een beter grondwaterpeil.

Geveltuin

Woon je in een ’kale’ straat zonder voortuinen? Leg een geveltuin aan, dan ziet de straat er direct een stuk groener en gezelliger uit. Bovendien zorgt zo'n geveltuin voor verkoeling van je huis en straat en trekt het vogels, bijen en andere nuttige dieren aan. Bijen kunnen in een stad pas goed overleven als er gedurende het grootste deel van het jaar nectar is, dus bloemen voor ze zijn.

Operatie Steenbreek

Elk jaar is er wel een actie van Gemeente Ede om 'groen' te stimuleren. De naam Steenbreek gaat meestal samen met de spreuk 'Tegel er uit, plant er in'. De gemeente zal je niet afstraffen als je ergens in een boomspiegel kleine plantjes zet, bollen poot of iets eenjarigs zaait.
Veel gemeenten henne nu ook een stimulatieplan om regenpijpen af te koppelen van het riool. Een tussenvorm is het hebben van regentonnen, maar beter is het om regenpijpen te laten afwateren in de grond of wadie.

4. Plant een (extra) boom

Bomen zorgen voor schaduw en afkoeling en nemen CO2 op. Heb je zelf al voldoende bomen in de tuin? Geef dan eens een boompje weg als origineel cadeau.

Plek voor een boom

Bomen zorgen voor een goede waterdoorlaatbaarheid van de bodem en het bodemleven. Uiteraard zorgen bomen voor verkoeling en schaduw in de tuin. Tot slot halen bomen C02 uit de lucht en vormen die via fotosynthese om tot zuurstof en plantmateriaal. Of je nu een kleine of een grote tuin hebt, er is altijd plek voor een boom. We helpen je graag een boom kiezen die bij je past.

Bomen voor een kleine tuin

Er zijn tal van bomen die geschikt zijn voor een kleine tuin. Uiteraard is de plek waar je de boom plant en de bodem van doorslaggevend belang. 

  • Zevenzonenboom - Heptacodium miconiodes
  • Pimpernoot - Staphylea pinnata 
  • Lijsterbes - Sorbus koehneana
  • Sierappelboom - Malus Red Sentinel
  • Chinese Vernisboom - Koelreuteria paniculata
  • Perzisch ijzerhout - Parrotia persica

Stel dat je huiverig bent voor de grootte van de boom, dan is een struik ook een optie. Vogels zijn blij met struiken, ze geven net zo goed schaduw (alleen minder) en dragen ook bij aan de zuurstof - CO2 balans. Denk aan deze opties:

  • Chinees klokje - Forsythia intermedia
  • Sering - Syringa vulgaris
  • Spirea - Spiraea japonica
  • Vlinderstruik - Buddleja davidii

5. Wees spaarzaam met water

Water wordt een steeds kostbaarder goed. Gebruik het dus spaarzaam in de tuin. Vang zoveel mogelijk regenwater op en kies voor planten die aangepast zijn aan de groeiomstandigheden in jouw tuin. De juiste plant op de juiste plaats!

Een regenbestendige tuin

We hebben een paar tips voor je op een rij gezet om een regenbestendige tuin te maken. Met o.a. informatie over het aanleggen van een wadi, het beplanten van je tuin en andere opties.

Planten water geven

Veel (vaste) planten kunnen zich goed redden als er in de zomer weinig regen valt. Toch zijn er soms planten die je graag even water wilt geven. Hoe kun je dat het beste doen, zodat het water optimaal wordt benut?

Als na een hevige bui de straten blank staan omdat het water niet snel genoeg in het riool kan lopen is dat vervelend. Veel vervelender is echter dat hierdoor zogenaamde overstortproblemen ontstaan. Het riool raakt overbelast, de zuiveringsinstallatie kan het niet meer aan en daardoor komt er vervuild water in het oppervlaktewater terecht. En dat is slecht voor het milieu.

Tuin als spons

Nu zou je kunnen zeggen: leuk om te weten, maar wat heeft een tuinier hiermee te maken? Het antwoord is simpel: tuinbezitters hebben een sleutel in handen voor de oplossing van dit steeds urgentere probleem.
Alles bij elkaar hebben we zo’n 250 vierkante kilometer tuin in ons land. Voor het opvangen van regenwater zijn die tuinen onmisbaar, vooral in de stad. Regenwater dat op verharding valt, belast het riool. Maar regenwater dat tussen de planten terechtkomt, zakt in de grond. Een tuin is een spons, die water opneemt en het - via verdamping - ook weer afgeeft en een deel zakt diep weg naar het grondwater.

Planten, groen dak, regenpijp afkoppelen, geveltuin
  1. Er zijn verschillende manieren om de sponscapaciteit van tuinen beter te benutten. Allereerst door er zoveel mogelijk planten in te zetten. Immers, hoe minder steen, hoe beter. Je kunt ook (een deel van) de verharding vervangen door halfverharding, die wél water doorlaat.
  2. Wat ook helpt is het aanleggen van een groen (schuur)dak. Een groen dak of dakje verdampt 70% van de regen die er gedurende het jaar op valt. Daarnaast zorgt het ervoor dat het water met vertraging de regenpijp in stroomt. Dit heet ook wel een sedumdak.
  3. Een nog relatief weinig toegepaste, maar zeer effectieve maatregel is het afkoppelen van de regenpijp(en). Het water dat van het dak afkomt, stroomt dan niet langer in het riool maar rechtstreeks in de tuin.
  4. Leg een geveltuintje aan: zie hier boven voor meer informatie.

Het opvangen van het dakwater in eigen tuin schept kansen en mogelijkheden. Maar afkoppelen is niet iets wat je zomaar even doet. Eerst moeten er een nauwkeurige berekeningen worden gemaakt. De grond moet doorlatend genoeg zijn en je moet precies weten hoeveel water er van het dak komt als het regent. Hoe groter het dak, hoe groter de benodigde bergingscapaciteit. Een vijver kan een tijdelijke opvang zijn, maar dan moet er rekening gehouden worden met een overloop. Een wadi is een goede manier om tijdens een regenbui water op te vangen. Een wadi is een plek waar water van een dak heen kan en de mogelijkheid heeft om het water langzaam de grond in kan laten zakken. Het is geen moerasje, maar een greppel of (grote) kuil waar het water tijdelijk in staat.

Andere ideeën kun je hier vinden.

6. Zorg voor voldoende variatie in de tuinbeplanting

Plant struiken, bomen, vaste planten en eenjarigen die veel nectar produceren en laat ook een hoekje in de tuin verwilderen.

Inheemse planten

Is een tuin vol wilde planten het antwoord op de vraag hoe je het wilde dieren naar de zin maakt? Niet helemaal, ook op gecultiveerde planten komen vogels en insecten af. Een paar jaar geleden heeft de Britse Royal Horticultural Society dat uitgezocht in het 'Plants for Bugs' project. Er werden bedjes aangelegd met respectievelijk inheemse planten, planten die daar familie van zijn en bedjes met exoten van het zuidelijk halfrond. Een paar jaar lang werden alle bestuivers, planteneters en bodemdiertjes geturfd. 
Het blijkt te kloppen dat inheemse planten het aantrekkelijkst zijn, maar de verschillen in “bezoekersaantallen” waren niet heel groot. Niet alle bestuivers trokken zich evenveel aan van de herkomst van de planten. Zweefvliegen willen liefst inheemse bloemen, maar honingbijen en hommels bevlogen de verwante planten even goed. Ook de exoten bleken weinig minder aantrekkelijk. Die zijn vooral waardevol als ze op een ander tijdstip bloeien dan inheemse planten: de periode dat er voedsel beschikbaar is, wordt dan langer. 

Kroeglopers

Bij het kiezen van planten voor dieren moet je rekening houden met de plek. Zit je vlakbij een bos, de duinen of een natuurgebied? Dan heeft het zeker zin om inheemse plantensoorten uit je eigen streek een plek te geven in de tuin. Zelfs zeldzame dieren kun je dan hun favoriete maaltje aanbieden. Maar midden in de stad kun je de plantenkeus beter richten op de dieren die daar ook werkelijk voorkomen, bijvoorbeeld zangvogels, egels en bestuivende insecten. Dieren in de stad trekken zich meestal weinig aan van drukte en zijn weinig kieskeurig. Bij vlinders heeft men het dan over “kroeglopers”. Witjes, dagpauwogen en kleine vossen bijvoorbeeld, komen graag naar een tuin met een vlinderstruik (Buddleja) voor een hapje eten.

Monocultuur

Een monocultuur heeft zijn eigen problemen. Vaak worden die problemen bestreden door toepassing van 'gewasbeschermingsmiddelen', gif dus, of verminderd door gebruik van kunstmest. Dàt is nu precies de kant die wij niet op willen. Variatie is daarom een veel betere keuze. Het brengt stabiliteit, betere gezondheid van mens, dier en organisme.

7. Bekijk het gazon anders

Maai eens wat minder vaak en/of vorm een deel om tot bloemenweide. Je zult zien dat er van alles gaat groeien en dat is beter voor de biodiversiteit.

Bloemenwei

Heeft het traditionele gazon zijn langste tijd gehad? Het begint er wel op te lijken. Steeds meer grasveldjes worden omgetoverd in een wei vol bloeiende vaste planten. Zo’n bloemenwei heeft grote voordelen: in een wei hoef je niet te wieden, en ook van molshopen en slakkenvraat heb je geen last. Die molshopen hebben zelfs nut: ze zorgen voor een kaal stukje grond waarop je planten kunt uitzaaien zodat die daar zonder concurrentie van het gras kunnen ontkiemen. Zo ontkiemt de morgenster bij voorkeur in molshopen.
Het is gemakkelijk gezegd: breng de grasmaaier naar de kringloop en laat het gras maar groeien. Ten eerste zul je toch paadjes door je wei moeten maaien om van de wilde bloemenpracht te genieten zonder die plat te trappen en ten tweede verloopt de transitie van gazon naar wei niet altijd naar wens. 

Grond verarmen

Zeker als je dat gazon jarenlang hebt vertroeteld met compost of kunstmestkorrels is de grond zo voedzaam dat je, als je ophoudt met maaien, al snel tegen een jungle van brandnetels, distels, ridderzuring aankijkt. Dat is niet waar je van droomde.
Het maken van een bloemenwei berust juist op het omgekeerde principe: je moet de zaak zo veel mogelijk verarmen. Pas als het gras daardoor aan groeikracht verliest ontstaat er ruimte voor bloeiende vaste planten. Hoe verarm je? Door het gras te maaien en het maaisel af te voeren.
Op rijke grond, zoals kleigrond, duurt dat verarmen langer dan op zand. Op klei zul je in het begin toch wel zes keer per jaar moeten maaien om weelderig groeiende grassen als witbol terug te dringen. Beperk je in dat geval in het begin tot bolgewassen die vroeg bloeien en zich in mei al hebben uitgezaaid. Geleidelijk kun je de teugels laten vieren. Ieder jaar kun je wat later gaan maaien en tegen de tijd dat je pas eind juni maait kun je weideplanten als margrieten, veldsalie en beemdooievaarsbek planten. Dit zijn planten die van nature in grasland groeien en die dus op maaien zijn ingesteld.
Gelukkig is er een geheim middel waarmee je dat verarmen kunt versnellen. Ik doel op de ratelaar, een halfparasiet die op de wortels van gras parasiteert. Wie ratelaarzaad in zijn gras strooit zal zien dat de groeikracht van het gras onmiddellijk met de helft afneemt. Ratelaar is eenjarig en het zaad kan met brede armzwaaien worden uitgestrooid. Je hoeft dat maar eenmaal te doen. Daarna zaait de plant zichzelf.

Wat komt er aanwaaien?

In grasland komen veel planten vanzelf aanwaaien. Tuinier je op zand, dan zullen dat bijvoorbeeld havikskruid en wilde margrieten zijn. En misschien zelfs zandblauwtjes en grasklokjes. Zit je op vruchtbaarder grond, dan kun je knoopkruid, rolklaver en biggenkruid verwachten, en misschien ook beemdkroon, duifkruid, heksenmelk en aardaker. Op natte grond groeien kattenstaart, pimpernel en echte koekoeksbloem.
Maar de ene aanwaaier verschijnt sneller dan de andere, en komt een plant in de wijde omgeving niet voor dan kun je wachten tot je een ons weegt. En de meesten van ons zijn ongeduldig. Daarom is er niets op tegen om de zaak een handje te helpen. Uitstrooien van zaad werkt meestal niet; dat zaad kiemt wel, maar de kiemplanten worden door het omringende gras verstikt. Beter is het om planten te kopen en die in het gras te planten. Dat hoeven er niet veel te zijn; wie vijf beemdooievaarsbekken plant heeft er na een paar jaar al vijftig. In mijn ervaring is het planten van vijf stuks meestal wel genoeg. Heeft een plant het niet naar zijn zin, dan zal hij verdwijnen en bevalt de situatie, dan zaait hij zichzelf uit.

8. Beperk het gebruik van turf

In tuinturf, tuinaarde en potgrond zit turf. Turf wordt gewonnen uit veengebieden en deze verdwijnen in rap tempo. Winning van turf stimuleert klimaatverandering door extra broeikasgassen in de atmosfeer te brengen die voorheen goed opgeslagen lagen. Bovendien gaat het ten koste van de biodiversiteit doordat er belangrijke habitats worden vernietigd. Met een beetje goede wil vind je alternatieven in de markt.

Wie regelmatig planten koopt heeft zich vast weleens afgevraagd of ze al of niet bespoten zijn met pesticiden. Maar vragen we ons ook af in welke grond ze zijn opgekweekt? ‘Die grond draagt behoorlijk bij aan de uitstoot van broeikasgassen’, zegt wetenschapper Karin Bodewits; ‘In Nederland bestaat de meeste potgrond vooral uit turf en dat is funest voor het klimaat.’ 

Turfwinning

In tegenstelling tot in onze buurlanden bleef in Nederland het belang van turfvrije potgrond tot voor kort onder de radar. Maar wat is er nu eigenlijk zo schadelijk aan de winning van turf? Het stimuleert klimaatverandering door extra broeikasgassen in de atmosfeer te brengen die voorheen goed opgeslagen lagen. Bovendien gaat het ten koste van de biodiversiteit doordat er belangrijke habitats worden vernietigd. Verder zorgt turfwinning ervoor dat we de gevolgen van extremere weersomstandigheden steeds meer gaan voelen.

Klimaatvriendelijk turfvrij tuinieren

Wil je graag klimaatvriendelijk tuinieren? Voor de goede orde: planten hebben geen turf nodig om goed te kunnen groeien. Sterker nog, turf maakt je tuin behoorlijk zuur en daar houden de meeste planten helemaal niet van. 
Niettemin is er sprake van een enorm overmatig gebruik van turf en potgrond door consumenten. Bij het kopen van een plant krijgen we vaak het advies er een zak potgrond bij te kopen voor de aanplant. Potgrond is echter een zeer gespecialiseerd product, dat goed van pas komt bij het opkweken van planten uit zaad of stek. Maar een plant die al wortels heeft is blij zijn met elke grond die hem voedingsstoffen biedt en waarin hij verder kan wortelen. Aarde uit de tuin, gemengd met wat compost, is dan al een perfecte basis. 

Zoals gezegd: voor stekken en het opkweken van zaailingen kan potgrond wel handig zijn. Kies in dat geval voor een turfvrije potgrond, zoals de mix van Fertila of bladaarde van de Hessenhof. Op de website turfvrij.nl vind je veel turfvrije opties. Wil je graag een zure grond voor zuurminnende planten als heide, blauwe bessen en rododendrons, dan kan bladaarde uit eikenblad of van naaldbomen uitkomst bieden. Maar veel tuinen zijn van zichzelf al zuur. 

Tuingrond met kokosvezels

Turfvrije potgrond op basis van kokosvezels is algemeen verkrijgbaar. Kokosvezel is weliswaar een restproduct, maar het komt van ver en maakt dus veel transportkilometers. Palmboomplantages staan vaak op voormalige veenmoerassen. Wellicht verschuiven we daarmee het probleem, dus gebruik van kokosvezels is niet direct aan te raden.

9. Vervang oude tuinmachines door elektrische en geluidsarme varianten

Doe dit alleen als je echt niet zonder deze apparaten kunt; met de hand snoeien, wieden en harken is natuurvriendelijker.

Heb je accugereedschap nodig?

Steeds meer professionals en consumenten stappen er op over en er is van alles te krijgen: heggenscharen, bladblazers, trimmers, grasmaaiers, kettingzagen. Maar kies bewust en bedenk of het echt nodig is voor jouw tuin? Of kun je delen met de buren? En welke voordelen heeft mechanisch handgereedschap eigenlijk? Mensen met grote tuinen hebben soms zelfs met benzinemotoren aangedreven gereedschap, denk aan grasmaaiers, heggenscharen of bladblazers.

Voordelen harken, snoeien, wieden met de hand

Vraag je tuiniers naar de voordelen (en dat deden wij ooit voor een artikel in ons tijdschrift), dan hoor je bijvoorbeeld: 'een grashark, daar kan ik lekker stil en meditatief mee werken, ik kom tot rust. Een grashark is nog vele malen goedkoper ook.' Meditatief harken of wieden, herkenbaar?

Snoei of zaag je met de hand dan heb je veel meer contact met de takken die je snoeit en voel je dus ook eerder of het dood hout is, hoeveel en waar je druk moet zetten. Je kunt veel preciezer knippen waar je wilt. Zo kun je zelf waarschijnlijk genoeg voordelen bedenken voor het gebruik van mechanisch handgereedschap. Uiteraard blijft het een persoonlijke keus en hangt het ook af van de grootte van je tuin en van jouw fysieke mogelijkheden.  

Zorg er in ieder geval voor dat je met goede spullen werkt en dat je het gereedschap goed onderhoudt.

10. Vermijd bestrijdingsmiddelen

Heel wat insecticiden en pesticiden zijn al verboden. Gebruik uitsluitend (selectief werkende) biologische producten. Gebruik ze alleen als het écht nodig is. In de natuur is ook niet alles perfect! Zorg je voor een gezonde bodem en zet je de juiste plant op de juiste plaats, dan is de kans op ziektes ook kleiner!

Biologisch tuinieren

Wie kiest voor biologisch wil het evenwicht in de tuin niet verstoren en gebruikt biologische producten. Biologische producten en planten worden op zo’n manier geproduceerd dat de natuurlijke kringloop zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Als jouw tuin in evenwicht is heb je weinig tot geen bestrijdingsmiddelen nodig. Dat is het doel!

Duurzaam tuinieren

Letterlijk betekent ‘duurzaam’ iets wat lang meegaat, maar als het wordt gebruikt in relatie tot het milieu, heeft dit begrip een extra lading. Een duurzame tuin veroorzaakt geen vervuiling, geen uitputting van grondstoffen en verstoort de ecologie niet. Er worden zoveel mogelijk materialen hergebruikt. Is dat niet mogelijk, dan worden materialen gekozen die het milieu zo min mogelijk belasten.