Deventer
De kwekerij van Hans Kramer ligt in Ede bij het Wekeromse zand, de laatste stuwwal van de Veluwe. Een zanderig, droog gebied met arme grond. “Droogte minnende planten zitten dus in ons bloed”’ aldus Hans Kramer. En dat komt in deze tijd met lange, hete en droge zomers, goed uit.
De kern van het bedrijf van 2 hectare zijn de moederbedden, waar de planten staan die gestekt en gedeeld worden. Alle planten die verkocht worden zijn nl. zelf gekweekt. Het assortiment van de kwekerij bestaat inmiddels uit 7.000 soorten en zoveel is eigenlijk gekkenwerk, aldus Hans Kramer. Maar we kunnen het niet laten om steeds weer planten met elkaar te kruisen en naar wat moois te speuren tussen de zaailingen.
Hoe kleiner het blad is en hoe grijzer, des te beter kunnen de planten over het algemeen tegen droogte. Dat gaat ook op voor planten met lange penwortels, behaard, dik of vlezige blad. Máár, donkerrode sedums zijn niet warmte bestendig, het blad krijgt snel blaren en schimmels. De beste donkere sedum is “Karfunkelstein”, hoorden we, maar “Red Cauli” wordt overal aangeboden. Dat is een gepatenteerde plant met een heel marketing circus er om heen.
Asters met fijn, naaldvormig blad verdragen droogte, die met stevig groen blad niet. Aster Thomsonii- typen en Aster amellus “Veilchenkönigin” werden ons van harte aanbevolen. Evenals het gebruik van sieruien, fantastisch voor insecten. Van Allium “Millennium” die polvormend groeit blijft het blad mooi groen. Distels zijn ook grote insectentrekkers, de meesten hebben steun nodig, maar Eryngium planum “Bella Donna” niet, die blijft laag.
De familie van de vlinderbloemigen zijn veelal droogte minnend. Baptisia’s horen tot de favorieten aldus de spreker. Ze zijn er tegenwoordig in vele kleuren. Het is belangrijk om deze zich langzaam ontwikkelende planten wel meteen op de goede plek te zetten, want ze zijn door hun lange en wat elastische wortels moeilijk te verplaatsen.
Ook papavers kunnen heel wat droogte hebben. Maar koop nu geen Oosterse papavers want in deze soort zit momenteel een bacterieziekte. Wel een aanrader is Athamanta turbith haynaldii, een lang levende plant die lekker ruikt en voor, tijdens en na de bloei mooi is om te zien.
Als je nu een tuin aanlegt of verandert, denk dan aan “klimaatwinners” die goed tegen droogte kunnen en plant geen “ klimaatverliezers” zoals hortensia’s die bakken water nodig hebben. Monarda’s horen ook bij de klimaatverliezers met als uitzondering Monarda bradburiana (40 cm. hoog) die niet zoals de anderen schimmel krijgt door hitte en droogte-stress.
Planten die zichzelf uitzaaien zoeken hun eigen plek en maken de tuin spannender door het onverwachte. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de lang bloeiende - twee-jarige - Rudbeckia triloba en Verbena stricta. Voor een tuin met droge schaduw werden Anaphalis triplinervis en Pachyphragma aanbevolen en eik- en fijne naaldvaren. Dat zijn hele sterke wintergroene planten die jaren en jaren op dezelfde plaats kunnen blijven staan.
Het wordt steeds drukker op de kwekerij. De belangstelling voor sterke en biologische planten neemt toe. Daarom heeft Hans Kramer besloten geen lezingen meer te geven. Gelukkig konden wij nog genieten van zijn inspirerende adviezen.
Inke Mensink
